Zeer vlot geschreven, prikkelend en toch respectvol!
Knap gedaan!
Karl Pelsmakers (1960) is al van jongs af creatief bezig geweest met onder andere, tekenen, schilderen en gedichten schrijven, maar hij droomde er ook van om ooit eens een boek te schrijven. Na zijn echtscheiding en na enkele jaren te hebben samengeleefd met zijn verse vriendin, die ook zijn soulmate is, zorgde zij voor de trigger die hij nodig had om zijn eerste boek te schrijven. De inspiratie voor deze bundel vond hij vooral in zijn eigen seksleven met haar.
Vastberaden pakte hij de deurklink vast en stapte de pikdonkere slaapkamer binnen. Maar nog voor Pieter de tijd kreeg om een blik te werpen op het bed, was er een frêle stem die zei: “Dag Pieter.”
“Oei, sorry!” zei Pieter, die zich een aap schrok en, zich nog niet goed realiserende wat er gebeurde, onmiddellijk aanstalten maakte om de slaapkamer terug te verlaten.
“Nee nee, het is geen probleem. Doe maar gewoon je werk zoals altijd. Mij stoort het niet. Ik voel me wat draaierig maar het is niet erg. Ik denk dat het van de warmte is,” vervolgde de stem.
Pieter, die nu hoorde wie het was, antwoordde totaal verbouwereerd: “Weet je het wel zeker Christine?”
“Ja ja, geen probleem, doe de rolluiken maar wat naar boven zodat je iets ziet. Als je straks alleen de vloer doet, is het goed.”
Nog steeds met een hartslag in ‘overdrive’, begaf Pieter zich naar de ramen en nadat hij de rolluiken half naar boven had getrokken en zijn blik langs het bed liet glijden, kon hij zijn ogen amper geloven. Christine lag op haar rug met haar handen onder haar hoofd en haar blote schouders net boven het witte laken, dat net ‘doorzichtig’ genoeg was om te vermoeden dat ze volledig naakt was. Pieter durfde amper te kijken maar zag in een flits toch een lichte glimlach rond haar mond, die hij instinctief beantwoordde met een geforceerd naar buiten trekken van zijn eigen mondhoeken.
Eénmaal terug buiten de slaapkamer werd het Pieter plots allemaal teveel en trok hij zich terug in de badkamer, waar hij zich met het hoofd tussen zijn handen op de rand van het bad zette. Duizend en één gedachten geselden zijn brein en brachten hem in totale verwarring. Dit kon toch niet waar zijn. Zat hij nog in een droom? Er was vanalles dat niet klopte. Waarom lag er geen papiertje op tafel? Waarom lag ze in bed en niet beneden in de zetel? Waarom was ze naakt? Waarom die glimlach?...